Case
Brussels Airport
Brussels Airport ondersteunt toekomstvisie met data
Onze internationale luchthaven, Brussels Airport, ontwikkelde zich de afgelopen jaren sterk tot een datagedreven organisatie, met als doel de luchthaven efficiënter, veiliger en toekomstbestendig te maken. Dit traject begon met een duidelijke shift in visie na de aanslagen van 2016. Waar vroeger vooral vluchtgegevens centraal stonden, werd er vanaf dat moment ook ingezet op het benutten van data uit passagiers- en bagageprocessen. De luchthaven wilde niet alleen vertrouwen op buikgevoel, maar beslissingen onderbouwen met concrete, betrouwbare cijfers.
In 2015 richtten zij het Airport Operations Center (APOC), waar alle betrokken partijen – van luchtvaartmaatschappijen tot bagageafhandelaars – fysiek samenwerkten. Twee jaar later volgde het AOP-project (Airport Operations Plan), dat alle processen op een datagedreven manier wilde ondersteunen. Voor de uitvoering daarvan hadden zij transversaal databeheer nodig. Niet alleen vluchtdata, maar ook informatie over passagiersstromen, piekmomenten bij bagageafhandeling en andere operationele aspecten werd essentieel.
Externe hulp
Omdat het bestaande datateam overbelast raakte, riepen zij externe hulp in. QuaData bracht het volledige datalandschap in kaart en hielp bij het structureren van processen, rollen en verantwoordelijkheden. Een belangrijke stap was het betrekken van alle stakeholders, zodat zij de behoeften van elke partij in kaart konden brengen. Zo bouwden zij aan een breed gedragen datavisie.
QuaData en Brussels Airport realiseerden samen enkele grote veranderingen. Allereerst werden de klassieke data officers omgevormd tot data stewards, met een breder takenpakket en een focus op alle relevante datastromen. Deze data stewards zijn nu ook actief in andere afdelingen dan alleen data management. Zij richtten team voor data governance op, onder leiding van een data governance manager, wat de continuïteit en kwaliteit van het databeleid verzekert. Regelmatige vergaderingen zorgen voor kennisdeling en een bottom-up benadering van data governance.
Data glossary en DQI’s
Een ander belangrijk resultaat was de herontwikkeling van een data glossary. Waar vroeger al een glossary bestond, ontbrak actief beheer. Nu kreeg elke afdeling een eigen aanspreekpunt dat verantwoordelijk werd voor het valideren van definities. Hierdoor nam de consistentie en bruikbaarheid van de glossary snel toe. Business analisten en projectmanagers zagen direct het voordeel: efficiëntere communicatie, tijdswinst en eenduidige documentatie.
Ook werden Data Quality Indicators (DQI’s) geïntroduceerd, gebaseerd op het DAMA-DMBOK-framework. Deze indicatoren meten de volledigheid, tijdigheid en bruikbaarheid van data, en helpen om datakwaliteit objectief te beoordelen. Voorheen bestond er vooral inzicht in vluchtdata, maar dankzij de DQI’s werd ook de kwaliteit van passagiers- en bagagegegevens meetbaar. Dashboards maken het mogelijk om problemen sneller te detecteren en aan te pakken.
Bewustwording
Naast deze technische en organisatorische vernieuwingen besteedden zij veel aandacht aan change management en bewustwording. Data governance werd niet als een IT-project gezien, maar als een bedrijfsbrede verantwoordelijkheid. Het management zette sterk in op een datagedreven cultuur en besefte dat kwalitatieve data cruciaal zijn voor duurzame groei. Door te investeren in datamaturiteit legde Brussels Airport een stevige fundering voor de toekomst.
Dankzij deze inspanningen beschikt Brussels Airport nu over een robuust en toekomstgericht databeleid, waarbij samenwerking, kwaliteit en strategisch inzicht centraal staan.
Ben je op zoek naar een professionele partner om je te helpen met een toekomstvisie met data? Contacteer ons.