Maturiteitsmeting voor data governance?

Tijd, geld, inspanning

Waarom is zo’n maturiteitsmeting niet het beste idee? Om te beginnen: omdat het erg moeilijk is om de maturiteit van je data governance betrouwbaar te meten. Zeker in grotere organisaties moet je daarvoor ontzettend veel mensen bevragen, die bovendien antwoorden moeten geven die onderling vergelijkbaar zijn. Dat alleen is al erg moeilijk te realiseren, terwijl het absoluut noodzakelijk is: als je niet betrouwbaar meet, bekom je een vertekend beeld.

De maturiteit van je data governance goed meten, kost met andere woorden heel veel tijd, geld en inspanning. Is zo’n maturiteitsmeting dan de efficiëntste manier om te weten waar je staat op het vlak van data governance, en om daar verder in te groeien? Beheren je mensen data beter omdat ze daarmee de maturiteit van de data governance verbeteren? Motiveert hen dat? We denken het niet.

Wat doe je dan beter wel?

Het is niet zo dat een maturiteitsmeting nooit relevant is. Maar veel organisaties kiezen ervoor omdat ze geen andere methodes kennen om hun data governance te verbeteren. Nochtans zijn die er wel degelijk. Maar dan moet je eerst iets anders op orde zetten.

Voor veel bedrijven is de businessrelevantie van data governance nog altijd niet duidelijk. Wat brengt het op voor de business: dat moet altijd het vertrekpunt zijn. Wat is je businessdoel en hoe biedt data governance daar een antwoord op? Die oplossing implementeer je, waarbij je erover waakt dat ze zo meetbaar mogelijk is. Het is te zeggen: dat je het voordeel van de data governance oplossing voor de business concreet kan meten.

Data governance kan je moeilijk in enkele grote stappen of in één big bang meten en verbeteren, in tegenstelling tot wat veel bedrijven nog altijd denken. Je haalt veel meer voordeel uit een agile aanpak: een methodologie waarmee je iteratief aan de slag gaat en waarin je groeit. Daarbij vervang je die ene maturiteitsmeting door kleinere, haalbare acties, waar je OKR’s aan koppelt: Objectives and Key Results.

Hoe ga je te werk?

OKR’s lijken op KPI’s, maar hebben een belangrijk verschil. Als je een OKR bepaalt, definieer je een concreet doel en leg je meteen ook vast hoe je zal meten of je dat doel hebt bereikt. Dat maakt van OKR’s een perfecte manier om een businessdoel te koppelen aan data governance activiteiten.

Oké, toegegeven: als je OKR’s koppelt aan verbeteracties, bekom je geen globaal beeld van je data governance. Maar je stelt er duidelijk afgebakende doelen mee voorop, die je bereikt met beperkte acties, waarvan de resultaten echt relevant zijn. Ze motiveren zo om data beter te beheren en zijn betrouwbaar te meten.

Meer wendbaarheid

Als je een standaard maturiteitsmeting uitvoert, wil dat niet automatisch zeggen dat je de zaken meet waar je als organisatie zicht op wil hebben. Bovendien houdt je maturiteitsdoel geen rekening met hoe de wereld rond je organisatie evolueert. Tegen dat je het doel hebt bereikt, is het misschien al niet meer relevant.

Werk je daarentegen met OKR’s, dan ga je voor doelen op korte termijn, bijvoorbeeld met een doorlooptijd van een jaar. Vervolgens stel je jezelf een nieuw doel, om dezelfde uitdaging verder te verfijnen – of evengoed om iets anders aan te pakken. Als je werkt met OKR’s stuur je de gevolgen van de acties dus ook beter bij in de richting van wat je organisatie nodig heeft. Meer zelfs: het is de enige weg vooruit. Je data governance groeit er beter door én brengt meer op voor je business.

Wil je weten of een maturiteitsmeting voor data governance in jouw organisatie relevant is? Contacteer ons.

Ben je benieuwd naar onze diensten? Ontdek ze hier.